In Geen categorie

Voor het eerst sinds twee jaar vond op donderdagavond 28 oktober in dorpshuis De Klink – in het kader van de Maand van de Geschiedenis – weer een historische lezing plaats. Namens Histoarysk Koudum, Culturele Stichting de Súdwester en de Bibliotheek heette Ulfert de Jong de aanwezigen en spreekster Eva Vriend in het Fries welkom. Dat Fries bleek voor de uit de Noordoostpolder afkomstige Vriend geen enkel probleem. Sterker nog: ze begon haar verhaal ook in het Fries. Ze vertelde dat ze haar carrière begonnen was als journalist bij de Leeuwarder Courant en toen ook een verplichte veertiendaagse cursus Fries op Terschelling gevolgd had. “Dêr moasten wy elke jûn ‘Rizende simmermoarn’ sjonge”, zo zei ze.

Maar haar verhaal in De Klink ging natuurlijk over haar laatste, succesvolle boek Eens ging de zee hier tekeer. In dat boek volgt ze vier Zuiderzeefamilies, uit Urk, Volendam, Spakenburg en Wieringen. Ze laat zien hoe het die oorspronkelijke vissersfamilies vergaan is na het aanleggen van de Afsluitdijk en wat de overgang van Zuiderzee naar IJsselmeer voor die mensen betekent heeft. Dat deed ze in haar presentatie in Koudum ook. Op innemende wijze nam ze de krap veertig toehoorders mee naar de vier dorpen aan de voormalige Zuiderzee en liet enkele van die voormalige kustbewoners tot leven komen.

Zo las ze het geweldige verhaal uit haar boek voor over Grietje Koornstra-Visser, beter bekend als ‘Fisker Grietje’ van Makkum. Omdat vanuit het rijk het vissen op het nog maar net ontstane IJsselmeer ingeperkt werd, kregen haar zonen rond 1950 geen vergunning om op het IJsselmeer te vissen.

Grietje pakte de trein naar Rotterdam. Ze had uitgezocht dat financiënminister Piet Lieftinck daar woonde. Dagblad Het Vrije Volk publiceerde een uitgebreid interview over de reis van ‘de vissersmoeder’.
‘De weg wist ik niet in Rotterdam, maar een agent wees me de straat. Al vond hij het gek, dat ik naar de minister wilde. “Ga terug naar Friesland,” zei hij. Maar ik ging niet terug. Ik belde aan bij de minister. Zijn dochtertje deed open. “Vader was niet thuis.” Toen vroeg ik naar mevrouw, maar die wilde er eerst niet van weten. “Kan ik niet aan beginnen,” zei ze. Ze ontving me toch, toen ze hoorde dat ik uit Friesland kwam. En… u mag het vreemd vinden… ze heeft wel twee uur met me zitten praten. Alles heb ik haar verteld. Hoe ik met mijn man met vrijwel niets begonnen ben en hoe we ons na harde arbeid hebben opgewerkt. Alles schreef ze op. En ondertussen kreeg ik een boterham.’
Omdat minister Lieftinck niet over de IJsselmeervergunningen besliste, zorgde mevrouw Lieftink voor een taxi naar Den Haag, waar landbouw- en visserijminister Sicco Mansholt woonde. De hotelovernachting betaalde de ministersvrouw ook.
‘En weet u… minister Mansholt heeft me al even hartelijk ontvangen. Hij zegde me toe dat het met de vergunningen in orde zou komen. Tevreden en gerustgesteld ben ik naar Makkum teruggegaan. Maar na drie dagen had ik nog niets gehoord. En weer ben ik naar Den Haag gereisd en ik heb de minister op de man af gevraagd: “Mijnheer, hebt u die vergunningen ingetrokken?”’
‘Er was een kink in de kabel gekomen,’ zo legde minister Mansholt uit. Uit Urk en Volendam had de minister elf vergelijkbare verzoeken gekregen. Als moeder Koornstra haar zin zou krijgen, kon de minister die andere elf niet met goed recht afwijzen.
Grietje bleef volhouden. En volhouden. Tot Den Haag in juni 1951 besloot om dan maar twaalf vergunningen af te geven. De vlag ging uit in Makkum. Het zouden de laatste twaalf nieuwe vergunningen worden voor de IJsselmeervisserij.

Dit soort verhalen maakten dat de tweemaal drie kwartier van de presentatie bijna net zo snel voorbijvlogen als de 20 minuten pauze ertussen. Uiteraard was er na afloop van de presentatie van Eva Vriend gelegenheid tot het stellen van vragen. Naar aanleiding van een vraag over de animositeit tussen de bewoners van de oude kustdorpen en die van het nieuwe land, kon Koudumer IJnte Kooistra nog een aanvulling geven. Kooistra is niet alleen directeur geweest van de Rabobank van Koudum, maar ook van die van Wieringermeer. Bij de fusie van de Rabobanken van Wieringermeer en Wieringen in 2000 bleek het nog nodig te zijn om avonden te praten door de Wieringenmeerders en de Wieringers over hun verschillen.