In Geen categorie

Precies 79 jaar geleden, op 18 april 1945, schreef W.J. Dijk in zijn dagboek: “Er ligt een zeer belangrijke tijd achter ons en omstandigheden, die ook gemaakt hebben dat ik tot nog toe niets geschreven heb. We zijn nu weer vrij, althans in Koudum, zoals het hele Noorden nagenoeg van moffen is geruimd.” De schilder/tekenaar Willem Jans Dijk (1881-1970) verbleef met zijn vrouw een flink deel van de Tweede Wereldoorlog op Galamadammen omdat zijn huis in Den Haag in spergebied lag.

Tekening van W.J. Dijk van Galamadammen in de Tweede Wereldoorlog

Gedurende de hele Tweede Wereldoorlog hield hij een dagboek bij, waarvan een kopie bewaard gebleven is. Histoarysk Koudum beschikt over een uitgetypte versie daarvan. Dijk schreef bijna dagelijks, maar op 18 april 1945 had hij al meer dan een week niets in het dagboek geschreven. Hij had dan ook aardig wat in te halen, wat hij uitgebreid noteert op die 18e april. Dat gaat onder andere over het in brand steken van Galamadammen door een groepje van slechts vier Duitsers. En verder schrijft hij over de bevrijding van Koudum op 17 april 1945 onder andere ook nog:

Toen kwam de morgen van de 17e April en nu werd het menens. Heel het dorp liep uit en werkelijk, tegen een uur of elf rolden de eerste gevechtswagens het dorp binnen. Dat was een onvergetelijk ogenblik, het trof me diep, de chauffeur was een grote forse kerel met roodbruin gezicht, waar niets geen aandoening op te lezen stond, of het moest zijn een hautaine uitdrukking. Maar ze hadden dit vertoon van blijdschap al zo dikwijls gezien, het zal op hen weinig indruk gemaakt hebben. Op de wagens die nu de een na de ander het dorp binnen rolden zaten de sympathieke Canadezen, sommigen met donkere kleur snorretjes, Ramon Novarro typen, zonder enig militair vertoon; slapende, lachende of zwijgende mannen, die al de drukte met een gemoedelijke glimlach aanzagen.
[. . .]
We maakten kennis met een paar Canadezen, die hier bij ons op bezoek kwamen en de Hollandse jenever zeer lekker vonden; beter dan onze inlandse sigaren. Het waren aardige kerels, niets geen militair vertoon, geen gesalueer, geen geklap met de hakken; van een auto, waarin zoals ze zeiden, de kolonel gezeten was met een paar officieren, werd niet de geringste notitie genomen. Die komt altijd als het voorbij is, zei er een.
[. . .]
Ondertussen was er op het veld algemene verbroedering en verzustering en er werd op mondharmonica’s muziek gemaakt en soldaten en meisjes en kinderen sprongen in een grote kring rond op de wijs van Sary Marys. De infanterie vertrok met motorwagens, de Koudumer jeugd zag hen met lede ogen gaan.

Het dagboek van W.J. Dijk bevat een schat aan gegevens over de oorlogstijd, eerst in Den Haag en van 1942 tot 1945 in Koudum. Het dagboek en de verhalen daarin over Koudum zullen in 2025 ongetwijfeld een rol spelen in de expositie van Histoarysk Koudum naar aanleiding van 80 jaar bevrijding.

De tekening van Galamadammen van W.J. Dijk komt uit de kopie van ‘W.J. Dijk – Dagboek 1940–1945 (23 juni 2023)‘. De originele tekening is in het bezit van het Scheepvaartmuseum in Sneek. De foto van de bevrijding van Koudum boven het artikel komt van de pagina op de website van Histoarysk Koudum, waarop de bevrijding van Koudum beschreven wordt.