In Geen categorie

De Stichting Histoarysk Koudum beschikt over een aantal notulenboeken van Koudumer verenigingen. Het betreft materiaal dat Histoarysk Koudum in de loop der jaren in bewaring heeft gekregen. Met veel plezier duik ik regelmatig in zo’n notulenboek.

Deel: 3 Hoogtepunten en mooie verhalen uit het notulenboek van de ‘Federatie Muziekcorpsen Zuid-Westhoek’

Deze federatie ging vlot van start. De secretaris maakte tweemaal van de beginletter van zijn jaarverslag een versierde letter. De eerste twee verslagen werden in een nette stijl met vulpen geschreven. Daarna ging hij over naar ballpoint en later weer naar de vulpen. Zo te zien besteedde hij er steeds minder tijd aan, het oogt allemaal wat minder verzorgd. Naar mijn idee waren de hoogtijdagen na 1956 voorbij. Ieder jaar moesten de korpsen optreden bij twee zogenaamde wisselconcerten. Deze druk voelde men aan als vrij hoog. Meestal waren er twee deelnemende orkesten. Later werd deze ‘verplichting’ teruggebracht naar één keer per jaar. De korpsen hadden immers ook hun reguliere verplichtingen in eigen dorp of stad en wilden ook wel eens naar een concours. Vaak vielen deze data samen met de wisselconcerten en dan haakte men af.

De korpsen belegden hun jaarvergaderingen, maar dat deed de federatie daarnaast ook. Ik zit me af te vragen hoeveel leden van deelnemende korpsen zo’n federatieve vergadering regelmatig bezochten. Wat ik wel mooi vond aan deze periode, was dat men tijdens een vergadering voor de pauze het zakelijke deel afhandelde en daarna doorging met een amusementgedeelte. Dat wil zeggen er werd door eigen leden gezongen, instrumentaal muziek gemaakt en er was animo voor toneel en/of voordracht. In latere jaren toen het heilige vuur al wat minder werd, werden naast blaasorkesten ook koren uitgenodigd voor deze federatie-avonden. Helaas doofde het enthousiasme langzaam en was het na een aantal jaren over en uit.

De Christelijke Lagere School, later sociale werkplaats De Klomp waar Nij Libben vroeger wel repeteerde.

Uit het verslag van de ledenvergadering gehouden te Heidenschap 14 Dec. ‘50

’s avonds halfacht.

Voorzitter v.d. Meer opent de vergadering met een blik op ’t afgelopen jaar. Het is meegevallen, de mensen zijn doorsnee wel tevreden en de meeste corpsen hebben aan hun verplichtingen voldaan. Het festival te Warns is goed geslaagd, regeling was perfect en van enige rivaliteit is geen sprake geweest.

De secretaris schrijft verder: Er is een grote agenda dus geen gezeur en zakelijk blijven. Na enig geharrewar wordt Koudum aangewezen om het volgende festival te organiseren. Er passeren termen de revue als ‘ungetiid en strontride’. Als datum wordt de 25ste juli aangewezen.

In de rondvraag wordt besloten dat elke vereniging jaarlijks f. 2.50 in de federatiekas moet dokken. Vervolgens droeg de vergadering een fleurig karakter met bonte afwisseling. Eerst gaf de voorzitter een vocale bijdrage in de vorm van ‘de kleine trom’ die ditmaal niet werd geslagen maar gezongen werd. (Is er iemand van de lezers die nader kan toelichten hoe dit geïnterpreteerd moet worden?) Staveren leverde enige kwartet bijdragen o.a. een Andante van Händel en ‘de heilige stad’. Nijega zorgde zowaar voor een Jodlerin. Door Warns werd opgevoerd ‘Damslach giet foar’, alles afgewisseld met zang. De secretaris sluit af met een prachtige volzin: ’t Is elf uur geweest als de voorzitter met dank aan de vergadering voor de vlotte afwikkeling der lopende zaken en aan Heidenschap voor de prima ontvangst de vergadering sluit.

‘Damslach giet foar’, is een éénakter die erg bekend is en in het verleden veel werd gespeeld op bruiloften en partijen. De inhoud: Twee spelers maken ruzie tijdens het dammen over de vraag of slaan met een schijf of slaan met een zogenaamde dam voorgaat. De ruzie loopt hoog op. Eén speler gaat staan en zegt: ‘als jij dood gaat dan roep ik tijdens het klokkenluiden: ‘Damslag giet foar’. Waarop de ander zegt dat hij tijdens het luiden zal roepen: ‘Hij moat de turf noch betelje’. Het slot: Eén speler loopt zogenaamd van het toneel, maar komt op kousenvoeten terug, pakt het dambord van de tafel en slaat dit op (rond) het hoofd van zijn medespeler.  Hij roept daarbij luid: ‘dizze slach stiet net yn de regleminten mar giet wol foar’. Het zal duidelijk zijn dat het veld van het dit ‘dambord’ gemaakt is van papier.

Ulfert de Jong, muzikant van Nij Libben.