In Geen categorie

Notulen en zo

Het is een zonovergoten vrijdagmiddag. Voor me zie ik de strakke lijnen van de Waddendijk. Om mij heen liggen weidse, frisgroene akkers. Enkele kilometers voor het dorp haal ik een keurig geklede fietser op leeftijd in. Onder zijn snelbinder zit een notulenboek. 

Hij is vast en zeker op weg naar de kerkenraadsvergadering die ook mijn bestemming is. Notulenboek en kerkelijke vergadering hoorden vanouds bij elkaar als een preek bij een ouderling.

Ik herinner mij dat in één van de gemeenten waar ik dominee was de notulen nog eigenhandig werden uitgeschreven in zo’n groot, deftig boek. Donker kaft, rood op snee. Voorop stond met gouden letters ‘notulen’ gedrukt.

Elke kerkenraadsvergadering werden deze notulen dan voorgelezen. Had je geluk, dan was de scriba kort van stof; had je pech, dan kwam elke punt en komma uit de vorige vergadering weer aan de orde. 

Ergens in een kast op de kreake werden de notulenboeken allemaal bewaard. Voor een dominee niets mooiers dan die oude boeken door te lezen. Prachtige verhalen van vroeger komen daarin voorbij.

Zoals het ruim honderd jaar oude verslag van een kerkenraadsvergadering, met een dominee naar wie nu nog een straat in ons dorp is vernoemd. Ik vermoed omdat hij daarna Tweede Kamerlid was geworden, niet omdat hij zo geliefd was in het dorp.

Hij bezat een zwakke gezondheid, en had de kerkenraadsleden gevraagd of het aanvangsuur van de kerkdienst een half uur mocht worden uitgesteld. Zodat hij zich in alle rust kon voorbereiden. Hij had hiervoor meer tijd nodig nu.

De mannenbroeders weigerden. ‘De kerkdienst hier is sinds mensenheugenis op dit tijdstip bepaald, daar kunnen we om des dominees wille niet van afwijken.’ Jammer dat er toen nog geen vrouwen in de kerkenraad zaten, die waren vast minder recht in hun leer geweest.

Toen kwam de typemachine, daarna de computer, en werd het notulenboek afgeschaft. Sindsdien lijden we aan de wonderbare papiervermenigvuldiging. Niet alleen bladzijden vol notulen worden over ons uitgestort, ook visiedocumenten, beleidsnota’s, contourschetsen, en wat niet al. Dat moet ook allemaal geschreven en gelezen worden.

Maar er daagt hoop aan de horizon. Jongere generaties doen dit anders. Die schrijven en lezen geen uitgebreide stukken meer. Twee vragen stellen zij slechts: ‘Wat is de bedoeling? En hoe gaan we dat regelen?’ Vervolgens sturen ze elkaar een berichtje in de groepsapp, en daarmee organiseren zij het.

Ik wilde dat zoiets eerder in mijn kerkelijk leven uitgevonden was, dat had mij een jaar van mijn werkzame leven gescheeld. Ik zie er ook toekomst in. Wie schrijft die blijft, maar ik denk dat hoe minder de kerk schrijft, hoe meer kans er is dat zij blijft.

De broeder met het notulenboek op z’n bagagedrager komt binnen. Het blijkt een archief-exemplaar. In de vergadering hebben we een mooi gesprek met elkaar. Er wordt van hart tot hart geluisterd en gesproken. En even niets opgeschreven.

Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 17 juni 2023. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).