In Geen categorie

Kleine jongen

In het verhaal van de broodvermenigvuldiging trekt één hoofdpersoon altijd weer mijn aandacht: de jongen die komt aanzetten met vijf broden en twee vissen. Hij heeft ze vast van zijn moeder meegekregen in zijn rugzak, met een stukje fruit en wat drinken.

Je ziet de grote mensen om Jezus heen beminnelijk om hem glimlachen. ,,Mooi, zo’n ontwapenende reactie van een kind, maar koop je er ook wat voor?” Nee, daar koop je niets voor in het probleem waar de leerlingen van Jezus mee zitten.

Er is op een berg 5000 man naar Jezus toegekomen, en ze hangen aan zijn lippen. Etenstijd voordat je het weet. Dus vraagt Jezus aan zijn discipelen of zij misschien voor eten kunnen zorgen.

Die staan met hun handen in het haar. ,,Waar kunnen we in de wijde omtrek hier eten vandaan halen? Bovendien, voor 5000 personen zijn 200 zilverstukken – een half jaarsalaris – niet genoeg. Waar halen we hier op deze berg geld en brood vandaan?”

Wat mij ook altijd treft in dit verhaal is dat de metgezellen van Jezus zo goed hun best doen. Met een minimum aan middelen zien ze een forse uitdaging in de ogen. Je ziet ze met vasthoudendheid rondgaan onder de mensen: ,,Heeft er misschien iemand eten bij zich?”

In Jezus’ leerlingen zie ik altijd een beetje de kerk van onze dagen. De vele vrijwilligers die actief zijn in de kerken staan voor problemen die hun krachten soms te boven gaan. Hun kerk is een kwetsbare groep geworden.

Die dapper volhoudt om de Godslamp in hun ‘mienskip’ brandend te houden. Wekelijks bemoedigende kerkdiensten houdt, geregeld achter de voordeur komt bij mensen die aandacht nodig hebben, in stilte mensen helpt die geen helper hebben en toch geholpen moeten worden.

Maar de uitdagingen zijn groot. Soms te groot. Op een afgelegen plaats voor 5000 mensen brood vinden, dat lukt niet, ook niet met goede wil en dapper uithoudingsvermogen. De twaalf gezellen geven het bijna op. ,,Heer, waar halen we hier brood voor zovelen vandaan?”

Op dat moment meldt zich de kleine jongen. ,,Meneer, ik heb vijf broden, en twee vissen bij me. Zou dat voldoende zijn?” Jezus neemt het brood in zijn handen, dankt God, zegent het voedsel, breekt het brood en de vis, en deelt het uit. Het is genoeg, en er blijft zelfs over.

Dit verhaal is klassiek geworden. Vol symboliek. ‘Vijf’ wijst op de vijf boeken, de Wet van Mozes. En ‘twee’ op de beide delen van de toenmalig bekende Bijbel: de Wet en de Profeten. Het is wat de gelovigen van Jezus’ dagen aan geloof, hoop en liefde in zich hadden.

Eén in het verhaal – een kleine jongen – gelooft dat het weinige dat leeft op de bodem van ons hart – een mosterdzaadje geloof en hoop en liefde – genoeg is in de handen van de lieve Heer. Worden als een kind is voldoende.

Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 10 juni 2023. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).