In Geen categorie

Het gemeentearchief Súdwest-Fryslân heeft onlangs onderzoek gedaan naar de eventuele rol van bestuurders en inwoners van een aantal vroegere gemeenten van Súdwest-Fryslân bij de slavernij. Aanleiding van het onderzoek is het nationaal Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat loopt van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024. In het onderzoek is gekeken naar welke verbanden er te leggen zijn tussen de Zuiderzeeplaatsen Hindeloopen, Workum, Stavoren en Makkum en het Nederlandse slavernijverleden in de periode 1602-1795.

De vier havenplaatsen kregen elk een hoofdstuk in een publicatie Van de Zuiderzee tot verre kusten Hindeloopen, Workum, Stavoren, Makkum en de slavernij, 1602-1795 die te downloaden is via de website van het gemeentearchief. Het onderzoek bevat nog een extra hoofdstuk, dat niet betrekking heeft op Hindeloopen, Workum, Stavoren en Makkum, maar op Koudum. Dit dorp viel weliswaar buiten het onderzoek, maar toch is ervoor gekozen om er kort aandacht aan te besteden. Koudum kent namelijk een Jacob Binckesstraat. De straat is vernoemd naar de uit Koudum afkomstige Jacob Binckes (1637-1677), die – zo zegt het gemeentearchief – lange tijd is beschouwd als een zeeheld. Maar, zo staat er in het onderzoeksverslag, een nadere analyse wijst uit dat, met het oog op het slavernijverleden, vraagtekens bij deze status kunnen worden gezet.

Die vraagtekens worden niet gezet bij de rol van Binckes (of Benckes zoals hij zelf schreef) als tactisch vlootleider, maar bij de bedenkelijke rol die Binckes speelde in de slavernijhandel in de 17e eeuw. Binckes veroverde in 1673 Sint Eustatius, dat uitgroeide tot een belangrijk knooppunt in het Nederlandse slavennetwerk. Op dit eiland werden vele tot slaaf gemaakten te werk gesteld of als handelswaar verkocht. Daarom heeft de gemeente Súdwest-Fryslân – zo schrijft de Leeuwarder Courant ook op zijn website (27-5-2024) – besloten een QR-code op de straatnaambordjes te plaatsen met verwijzing naar een pagina op de gemeentelijke website met het verhaal over Binckes’ slavernijverleden.

De medewerkers van het gemeentearchief gebruiken in hun publicatie niet als bron het boek Verzwegen zeeheld, Jacob Benckes (1635-1677) waarin de Koudumer historicus Jan de Vries duidelijk maakt dat Benckes als zeeheld bewust verzwegen. Zij baseren zich op Wikipedia, een krantenartikel en een artikel van de website Caribbean History Archives. Maar al in 2018 vroeg Jan de Vries zich in zijn boek al af of zeeheldendom wel iets is waar je trots op moet zijn. Ja, in het verleden was dat wel de bedoeling, maar nu denken we daar anders over. De Vries zegt in zijn inleiding:

“Maar er is natuurlijk ook een andere kant. Jacob Benckes heeft als officier in slaven gehandeld en er dus geld mee verdiend. En onder zijn verantwoordelijkheid zijn als gevolg van een gevecht op Tobago tweehonderd slaven op afschuwelijke wijze om het leven gekomen. Al was het het destijds voor het merendeel van de Europeanen weinig aanstootgevend, het zijn beschamende feiten waar niemand trots op kan zijn.”

Die beschamende feiten, zo voegt Jan de Vries er nog aan toe, maken wel deel uit van de geschiedenis. Dat argument gebruikt de gemeente nu ook om niet de straatnaam Jacob Binckessstraat te willen veranderen. De Jacob Binckesstraat kreeg deze naam in 1957, toen Koudum nog deel uitmaakte van de gemeente Hemelumer Oldeferd en Noordwolde. „Of de straatnaam in zijn geheel gewijzigd zou moeten worden is wel besproken, maar we hebben om twee redenen gekozen om dat niet te doen”, vertelde woordvoerder Christiaan Weening aan de Leeuwarder Courant. Het zou voor de bewoners betekenen dat hun adresgegevens veranderen en de gemeente zegt ook te hechten aan behoud van een stukje cultuur en historie.

Wanneer de QR-code wordt geplaatst is overigens niet bekend, evenmin wat er precies achter die QR-code te lezen is.

Aanvulling juni 2024: veertien dagen na plaatsing van dit artikel is er een nieuw straatnaambordje gekomen met een QR-code (die toen overigens nog niet werkte en het is ook onduideljik waarom dat streepje achter Jacob staat).