In Geen categorie

Door Ulfert de Jong

Tegen het eind van de oorlog, D-day was op 6 juni 1944 al begonnen, gingen de Duitsers hard om zich heen slaan. Ook Koudum ontkwam niet aan deze geweldsspiraal. Tjalke van der Wal en Gerben IJpma waren hier de slachtoffers. Beide mannen werden later door de gemeente Hemelumer- Oldeferd geëerd. Naar beiden werd een straat vernoemd. Hieronder nogmaals dat verhaal met enkele nieuwe historische feiten. De meeste ouderen kennen dit verhaal wel, maar voor veel jongeren zal het nieuw zijn.

Huis waar Tjalke van der Wal woonde (nu Tjalke van der Walstraat 18)

Op 16 augustus 1944 tegen 6 uur ’s morgens is Tjalke van der Wal door enkele Duitse SD’ers opgehaald uit zijn woning aan de (wat nu heet) Tjalke van der Walstraat 18. Gezamenlijk liepen ze de Dammenseweg af, richting voormalige Hervormde Pastorie, gelegen op nr.1. Tjalke van der Wal is vervolgens op het trottoir voor de toegangshekken van deze woning met pistoolschoten lafhartig neergeschoten. Volgens de website van Histoarysk Koudum kwamen de kogels uit de pistolen van Pieter Johan Faber en Helmut Schäfer. Tjitte Folkertma, hij was 15 jaar en via de Dammenseweg als melker op weg naar zijn werk, zag het allemaal voor zijn ogen gebeuren. Uit angst voor ontdekking verschuilde hij zich achter een boom.

Tjalke van der Wal werkte als klerk bij notaris T. Sluis. Omdat Sluis ook kasbeheerder was van de N.V. Friesche Onderlinge Beleggings- en Voorschotbank (later opgegaan in de Friesland Bank, daarna de Rabobank), deden beiden ook hand- en spandiensten voor dit bedrijf. Beide bedrijven waren toen nog op één adres gevestigd in een pand aan de Nieuweweg 2 en zakelijk behoorlijk verweven.

Het enige wat Tjalke van der Wal door de Duitsers aan te rekenen zou kunnen zijn, was dat hij onderdak verleende aan knokploeglid Gerben Oppewal. Hij dacht daarom geen gevaar te lopen van de bezetter. Van der Wal was die dag overigens niet het enige slachtoffer. Op dezelfde dag werd ook verzetsstrijder Gerben IJpma door de SD geëxecuteerd in de bedrijfswoning van het vroegere PEB-gebouw aan de Zwarteweg 14. Hij was twee dagen daarvoor gearresteerd.

De Duitsers waren ongetwijfeld behoorlijk geïrriteerd vanwege het feit dat de Koudumer knokploeg, onder leiding van Gerard Oppewal, op 3 augustus 1944 een grote hoeveelheid distributiebonnen had verdonkeremaand uit de kluis van de Workumer zuivelfabriek.

Zakelijk bedankje

Nadat de notulen van 28 september 1944 tijdens de bestuursvergadering van de Friesche Onderlinge Beleggings- en Voorschotbank na voorlezing worden vastgesteld, gaan ze verder met een tekst uitgesproken door dhr. H. Reitsma. Reitsma was tevens burgemeester van de gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde.”De voorzitter herdenkt het plotselinge sterven van den heer Van der Wal en brengt de overledene nog dank voor alles wat hij voor de Bank heeft gedaan. Zijn nagedachtenis zal steeds in dankbare herinnering blijven”. Men gaat vervolgens direct over tot de orde van de dag: “van de spaarbankbond is ontvangen een bewijs van deelneming groot f. 50.000 vanwege aankoop van schatkist promessen welke op 1 september 1945 weer vrij komen”.

Met geen woord wordt er gerept over het feit dat de dood van Tjalke van der Wal een moordaanslag was en dat hij zijn vrouw Ymkje Hoekema en zoon Hank (echte naam Johannes) van 10 jaar achterliet.

Oorlogsverhalen in de Klink

Op deze stoep werd Tjalke van der Wal in 1944 door de Duitsers doodgeschoten

Histoarysk Koudum heeft een aantal jaren geleden tijdens een bijeenkomst van toen nog Stichting Koudumers om Utens met een groep leden een aantal oorlogsverhalen verteld. Hank van der Wal, de zoon van Tjalke, was ook uitgenodigd. Hij vertelde hoe hij en zijn moeder deze aanslag en dood van hun man en vader beleefd hadden. “Elts wie nei de befrijing yn feeststimming, mar wy net, want wy sieten yn in naar rouproces”. Tijdens zijn verhaal was het muisstil in de Klink. Hank van der Wal is op 10 november 2020 overleden.

Willem Jans Dijk in zijn dagboek 1944 over Tjalke van der Wal

Willem Jans Dijk was kunstschilder en woonde in Den Haag. In 1942 moest het echtpaar Dijk hun woning verlaten omdat deze in het ‘Sperrgebiet’ lag. Zij vonden een nieuw thuis in het oude hotel Galamadammen bij Koudum. Hij hield een oorlogsdagboek bij, Dagboek 1940-1945’ waarin hij het hele wereldgebeuren beschreef. Ook de Koudumer situatie had zijn belangstelling. Waarschijnlijk kreeg hij veel lokaal nieuws toegespeeld door zijn huurbaas Jan T. de Bos, welke tevens eigenaar/ exploitant was van hotel De Galamadammen.

Een citaat van bladzij 363 uit het dagboek van16 augustus 1944:

.Nu leven we onder de terreur van de landwacht. De Zuster [Scheringa U/J] is gevangen genomen. Vanmorgen werd de klerk van de notaris uit zijn huis gehaald en op straat doodgeschoten, verschillende inwoners zijn ondergedoken. Zojuist rijdt hier weer een troepje Duitsers langs richting van Koudum. 19 Augustus. Die troep heeft zijn werk gedaan, nog een onderduiker werd in zijn bed doodgeschoten’. [Gerben IJpma, U/J]


Hoewel Dijk in zijn Dagboek behoorlijk kon schimpen op die ‘Christelijke Koudumers’, maakte de begrafenis van Tjalke van der Wal wel indruk op hem.

Vandaag ben ik bij de begrafenis geweest van de vermoorde klerk v.d. Wal; het was een zeer sobere indrukwekkende plechtigheid. Dominee [geen naam, maar het zou ds. T. van Leeuwen kunnen zijn geweest, UdJ]) sprak aan het graf een kort woord, naar aanleiding van de bekende woorden: Ik ben de opstanding en het leven. Wat hij in het lokaal heeft gezegd weet ik niet. Het is voor hem buitengewoon moeilijk om in zo’n zaak de moordenaars te sparen! Wat hij op het kerkhof zei was klaar en eenvoudig zonder haat. Ik had gedacht, dat er van de zijde van de dorpsgenoten meer opkomst geweest zou zijn, om te betogen tegen deze terreur. Jammer genoeg was dat niet het geval.

Willem Jans Dijk vergeet wel dat Van der Wals onderduikvrienden en jongemannen die in de gevaarlijke leeftijd zaten, vanwege mogelijke arrestaties, niet naar de begrafenis durfden te gaan. Nog een opmerkelijke zinsnede in Van Dijk’s dagboek:

Zoals reeds is gezegd, schijnt de vermoording van v.d. Wal een vergissing geweest te zijn. De onderduiker die men bij hem zocht schijnt Op de Wal te heten. En zo is de eerste het slachtoffer van deze jammerlijke rechtspleging.

Het slachtoffer heette Tjalke van der Wal, zijn ondergrondse kostganger Gerben Oppewal. Dijk suggereert dat het arrestatieteam kennelijk beide namen verhaspeld heeft, wat uiteindelijk voor Tjalke van der Wal fataal is geworden.