In Geen categorie

Tegen het einde van het bewogen jaar waarin allerlei herdenkingen vanwege de viering van 75 jaar bevrijding van de Tweede Wereldoorlog niet zijn doorgegaan, besteedt Omroep Súdwest hier aandacht aan. In een mooi informatieve aflevering van het programma ‘De Tafel in Coronatijd’ gaat het voornamelijk over de rol van drukkerij Hoekstra in Koudum in de Tweede Wereldoorlog. Te gast bij interviewer Peter Kranendonk zijn Feikje Kemker-Hoekstra en de voorzitter van Histoarysk Koudum Jan de Vries.

Feikje Kemker-Hoekstra was veertien jaar toen de oorlog begon. Haar vader, JohannesHoekstra, had een drukkerij in Koudum en zat in het verzet. Een verzetsgroep in Amsterdam wilde de mensen informeren via een gedrukte krant. De latere burgemeester van Ameland, de heer Walda, was hoteleigenaar in Hindeloopen en hij had een nauwe relatie had met het verzet in Amsterdam. In december 1941 vroeg hij aan Hoekstra om een krant voor het verzet te drukken. Die verzetskrant verscheen vanaf augustus 1941 in gestencilde vorm.

Zo werd de eerste gedrukte Vrij Nederland gemaakt in Koudum. Dat drukken gebeurde ‘s nachts en omdat de persen een hoop lawaai maakten, stonden allerlei mensen op de uitkijk, tot onderaan de Zwarteweg om te zien of de Duitsers niet gealarmeerd waren. Een exemplaar van die eerste gedrukte Vrij Nederland bevindt zich in het archief van Histoarysk Koudum. Jan de Vries vertelt onder andere dat Hoekstra na de oorlog in een brief verteld heeft dat hij het logo (het kroontje) van Vrij Nederland in Balk had laten maken.

Feikje Kemker-Hoekstra beschrijft hoe zij (15 jaar) en haar zus (19 jaar) de kranten in koffers met de trein van Koudum/Molkwerum naar Stavoren brachten, daarna met de boot van Lemmer naar Enkhuizen en vandaar met de trein naar Amsterdam. Op Amsterdam Centraal wilden Duitse soldaten de zussen helpen, maar die dropen af toen Feikje zei dat dat niet hoefde.

In de uitzending vertelt Feikje Kemker-Hoekstra ook over de huiszoekingen die tot drie keer toe bij hen thuis plaats vonden. De drukkerij was gevestigd in de Hoofdstraat op nummer 10, in het pand waarin nu boekhandel Muizelaar zit. Bij de laatste huiszoeking, in 1944, verscheurde de familie Hoekstra exemplaren van Vrij Nederland en gooide die in het vuur, waar de Duitsers bij stonden.

Jan de Vries vertelt ook nog samen met Feikje Kemker-Hoekstra hoe Johannes Hoekstra een half jaar voor het eind van de oorlog aan de dood ontsnapte toen de Duitsers naar hem op zoek waren. Verzetsstrijders Tjalke van der Wal en Gerben Rypma zijn bij die actie van de Duitsers wel opgepakt en gefusilleerd.

Aan het slot van de uitzending vertelt Feikje Kemker-Hoekstra ook nog hoe ze herberg de Galamadammen in brand heeft zien staan op de dag voordat Koudum bevrijd zou worden, en hoe blij ze was toen ook Koudum uiteindelijk bevrijd werd.

De uitzending van De Tafel in Coronatijd duurt twintig minuten en is via Youtube terug te kijken (zie hieronder).