In Geen categorie

Te slim af

Over zaken die met geld te maken hebben, was in mijn jeugd weinig openheid. Mijn vader heeft mij nooit verteld wat hij verdiende, en ik heb hem er nooit naar gevraagd. Bij toeval kwam ik erachter wat ons nieuwe huis kostte, maar mijn ouders zelf spraken hierover niet.  

Dus moet ik even slikken als onze kleindochter van twaalf meerijdt in onze nieuwe auto en vanaf de achterbank langs haar neus vraagt: ,,Hoe duur was ie, Opa?” Een mens is het product van zijn opvoeding, dus ik scheep haar af met ‘veel geld’.

Zij voelt zich niet afgescheept, integendeel, zij blijft geïnteresseerd. En ik ben trots op de nieuwe auto, dus geef graag antwoord op haar belangstellende vragen. ,,Welk merk? Wat voor model? Hoe oud? Hoeveel kilometer gelopen? Met automaat? Met welke motor?”

Ze blijkt verrassend goed op de hoogte van de mogelijkheden en de snufjes van een auto heden ten dage. Trots noem ik haar al de opties die deze heeft.

Dan zegt ze: ,,Ik weet het, Opa. Volgens mij heeft je nieuwe auto ongeveer dit gekost:” En ze toont me het scherm van haar smartphone waar een afbeelding op staat van net zo’n auto, met daaronder het exacte bedrag dat ik voor de mijne heb betaald.

,,Je hebt het op je telefoon opgezocht”, sputter ik verrast. ,,Waarom dacht Opa dan dat ik alles van deze auto wilde weten. Dat kun je op je telefoon allemaal vinden hoor. Weet Opa dat niet?” Mijn kleindochter is mij te slim af.

Ik word niet graag overklast, maar voor mijn kleinkinderen maak ik graag een uitzondering. Van de kleinkinderen kan ik veel hebben. Ik kan ze dingen leren, maar ik hoef ze niet op te voeden. En zij hoeven mij geen verantwoording af te leggen.  

De band tussen ouders en kinderen is bijzonder. Maar zij vinden ook iets van elkaar, hebben een oordeel over elkaar, en hebben soms iets met elkaar te verhapstukken. Bij grootouders en kleinkinderen is die spanning uit de lucht. Zij nemen elkaar zoals ze zijn.

Ik leer ook van mijn kleinkinderen. Onze kleindochter van vijf heeft ons laatst met een stralende gezicht de toekomst uitgelegd: ,,Eerst gaat Binkie dood, want hij is een oude hond. Dan jullie, jullie zijn héél oud, en dan andere opa en oma, die zijn jonger.”

Het stelt haar natuurlijk vooral zelf gerust dat zij, haar ouders en zusjes nog lang zullen leven. Maar ze gunt mij meteen ook een nuchtere kijk op mijn eigen leeftijd. Gelukkig is Binkie nog springlevend, en zijn wijzelf nog fit. Maar het grootste deel van mijn leven is al wel voorbij.

Kleinkinderen helpen mij het komend ‘voorbij’ te aanvaarden. Zij laten mij de betrekkelijkheid van mijn eigen bestaan inzien. Langzaam maar zeker ga ik plaats maken voor de nieuwe generatie.

Vrij naar de apostel: ‘Zij moeten wassen, ik moet minder worden.’

Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 9 september 2023. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).