In Geen categorie

Een goed verhaal

Een goed verhaal stemt tot nadenken. Het is bron van levenswijsheid, kan je bemoedigen in donkere en bange dagen, je corrigeren in hoogmoedige en overmoedige tijden. Zo’n verhaal gaat met je mee, je bewaart het in je hart. Een goed verhaal is een bezit voor het leven.

Onder andere daarom ga ik graag naar de kerk. In de kerk ritselt het van de goede verhalen. Ze zijn klassiek. De oudste gaan ruim drieduizend jaar mee, de jongste ongeveer tweeduizend. Ze behoren tot de wereldliteratuur. Wanneer ik zelf preek, doe ik dat het liefst over verhalen.

Meestal kan ik de verhalen in de kerk dromen. Mijn moeder las ze uit de kinderbijbel, en ik leerde ze op school. Soms hoor ik ineens een verhaal dat helemaal nieuw voor mij is. Zoals onlangs. De dominee vertelde een verhaal uit de Joodse traditie. Ik geef het u graag door:

‘In een klein dorp in de Kaukasus woonde een rabbi. Hij was een bescheiden mens, hield van de mensen, en de mensen hielden van hem. Voor ieder had hij een luisterend oor, een wijze raad of een troostend woord. Hij was een mensenmens.

Hij was ook een man Gods, vertelde het dorp: ,,Onze rabbi ontmoet iedere morgen, onder het ochtendgebed, God zelf.” De mensen waren ervan overtuigd dat de rabbi kind aan huis was in de hemel.

Op een dag kwam er een kleermaker in het dorp wonen. Zijn vrouw vertelde hem wat er over de rabbi gezegd werd, maar haar man geloofde het niet. ,,Ik ga op onderzoek uit. Als het waar is wat de mensen vertellen, wil ik dat zelf zien en horen.”

’s Morgensvroeg verborg de kleermaker zich bij het huis van de rabbi, en volgde hem toen hij even later de deur uitliep. Zou hij de weg naar de hemel inslaan?

De rabbi droeg een bijl over zijn schouder en een zak op zijn rug. Hij liep het bos in, hakte een zak brandhout en keerde naar het dorp terug. Daar aangekomen ging hij een klein, vervallen huis binnen.

Door het raam zag de kleermaker een oude vrouw in bed liggen onder een stapel vodden. De kachel was uit. De rabbi opende de kacheldeur en stapelde kachelhout in de vuurkamer. Onderwijl sprak hij het eerste gedeelte van het ochtendgebed uit.

Daarna stak hij het hout aan, en terwijl het vlam vatte, reciteerde hij het tweede deel van het ochtendgebed. Toen sloot hij de kacheldeur, en terwijl de warmte zich verspreidde, zong hij het laatste deel van het morgengebed. Buiten voor het raam zong de kleermaker zacht mee.

Toen haastte hij zich naar huis. Zijn vrouw vroeg hem of hij werkelijk gezien had dat de rabbi die morgen in de hemel was geweest. De kleermaker antwoordde: ,,Ik heb vanmorgen gezien en gehoord dat onze rabbi zijn ochtendgebed bij God zelf in huis bidt”.’

Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 3 februari 2024. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).