In Geen categorie

Zegen van de tandarts

De wachtruimte is zoals die bij de tandarts hoort te zijn: comfortabel, met kapstok, lectuurtafel en een ruim aantal zitplaatsen. Vijf wachtenden die zich, net als ik, niet helemaal op hun gemak voelen. Naar de tandarts ga je niet voor je plezier.

Ik hang mijn jas op en ga naast een vertrouwde dorpsgenoot zitten die aandachtig op zijn scherm zit te kijken. En diep ook mijn telefoon op. “Die dingen zijn een zegen op dit soort momenten,” laat ik me ontvallen. “Goede remedie tegen de zenuwen,” antwoordt hij. “Toch mogen we blij zijn dat wij zo’n goede tandzorg hebben. Dat was vroeger wel anders.”

“Zeker,” reageer ik, “mijn Opoe heb ik nooit anders gekend dan met twee tanden in haar mond. Ze kon er heel handig een stukje vlees mee fijnkauwen. En Tante Jo, haar zus, had een kunstgebit, maar daar kon ze niet goed mee overweg. Halverwege een verjaardag frommelde ze het ding in een grote, rode zakdoek. ‘Ik kan het niet meer hárden’, zei ze dan, en at, met een wat ingevallen mond, zonder gebit verder.”

Welke gedachten de tandarts niet allemaal losmaakt. Wij zijn bevoorrechte mensen in deze tijd en in dit stukje van de wereld, mijmer ik verder. Verzorgd van de wieg tot het graf. Er gaan ook hier dingen mis, maar wij hebben ruim de vrijheid daarover te klagen.

De gedachten van mijn dorpsgenoot in de wachtkamer gaan dezelfde kant op. “Ik heb vijftig jaar in de bouw gewerkt, dat komt er voor sommigen op aan. Een nieuwe heup, een andere knie, het is allemaal mogelijk. Maar vroeger was je het laatste stuk van je leven invalide.

Zelf ben ik inmiddels met pensioen. Ik hoef niet meer te werken, en krijg gewoon iedere maand m’n geld op mijn rekening gestort. Daar zouden ze op andere plaatsen in de wereld heel wat voorover hebben.”

Ik vertel over het echtpaar, ruim in de zeventig, dat op een reis door Amerika in een kampeerbus naast ons stond. Zij hadden hun huis verkocht en trokken de ene helft van het jaar samen in hun mobile home rond, en moesten de andere helft beiden werken.

Wij zijn het helemaal eens, buurman en ik. Het is hier goed. En al overheerst van ons dagelijks nieuws meestal wat er mis is, wat verdrietig maakt, wat polariseert en wat onze verontwaardiging wekt, voor de oplettende krantlezer is er heus ook goed nieuws te vinden.

Vanmorgen nog: dat onze pensioenvoorziening wereldwijd de beste is, bijvoorbeeld. En dat een kind dat vandaag geboren wordt honderd keer zoveel kans heeft gewoon oud te worden als een kind dat ter wereld kwam in 1923.

”Wij zijn gezegende mensen,” zeg ik, terwijl ik door de tandarts binnengeroepen word. “Dan moet je nog wel even de behandeling daar binnen ondergaan, Wim” reageert mijn dorpsgenoot fijntjes. “Elk voordeel heb z’n nadeel.”

Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 28 oktober 2023. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).