Wachten
In bergdorpen is de wijsheid op straat te vinden. In de dikke balken van een oud Zwitsers huis lees ik: Winter ist die Zeit Geduld zu lernen und das Warten zu schätzen – Winter is de tijd geduld te leren en het wachten te waarderen.
Bergbewoners hebben het winterse wachten geleerd. In de zomer is er werk aan de winkel. Het vee wordt omhoog gebracht, de berg op, om het daar te weiden. Het gras van de apenweiden moet gemaaid worden en beneden in het dorp opgeslagen.
Dagelijks is er de gang omhoog om de koeien te melken. Soms verblijft de alpenboer de hele zomer in een kleine, hoge berghut, te midden van vee en werkzaamheden. ‘s Zomers op de berg is er altijd wat te doen.
In de winter daalt de boer met zijn vee weer af naar het lagergelegen dorp. Daar gaan de dieren op stal, naast of onder het woonhuis. Als dan de sneeuw komt, en de wegen onbegaanbaar worden, begint in huis het grote wachten. Vruchten daarvan zie je in het kunstige houtsnijwerk op en aan de huizen.
Bergbewoners ervaren de seizoenen aan den lijve. Een deel van hun leven werken zij zich in het zweet, een ander deel daarvan bezitten zij hun ziel in lijdzaamheid. Dat zal soms moeilijk zijn, want ook zij hebben hun dromen, er woelt veel in hun hoofd dat moet gebeuren. Dus schrijven zij hun wijsheden op hun huizen. ‘Er moet van alles, maar wachten moet ook.’
Wij, in ons deel van de wereld, houden niet van wachten. De rij voor de kassa, de file naar het werk, het zijn niet onze meest favoriete plekken. En een telefonische wachtrij is helemaal een plaag, want dan kun je maar moeilijk je telefoon gebruiken om de tijd te verdrijven.
Ook kerkmensen zijn slechte wachters. Zegt de Amerikaanse dominee Andrew Root. ,,Kerkelijke betrokkenheid en kerkbezoek lopen terug, en gelovigen trekken meteen de conclusie dat er over tien tot twintig jaar geen kerk meer over is. Hun vrees is groter dan hun vertrouwen.
Alsof de kerk van hen afhangt. Kerkmensen noemen hun kerk ‘het lichaam van Christus’, maar dat lijken zij zelf maar moeilijk te kunnen geloven. Zij denken dat het voortbestaan van hun kerk afhankelijk is van hun eigen doen of laten.
Wat kerkmensen moeten leren, is wachten”, zeg Andrew Root, ,,wachten op God. De winter verduren. De ziel in lijdzaamheid durven bezitten. In eigen ziel de reserves van geloof en vertrouwen opdiepen, en benutten. En de Godslamp in hun harten en in hun kerken brandend houden.”
Soms vind ik het te passief, wat Andrew Root zegt. Dan woelen er allerlei dromen in mijn hoofd van wat zou moeten. En soms besef ik dat al die actie mij ook niet verder brengt. Soms is het nu eenmaal winter. De tijd om geduld te leren en het wachten te waarderen.
Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 1 maart 2025. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).