In Geen categorie

Gerrit Breteler

Foar alles is in oere, foar alles is in tiid. Alles giet nei ‘t selde plak, mei as sûnder striid.
Der is in tiid fan laitsjen en dy tiid is samar om. In tiid om te fergriemen. Dy krijst nea wer werom (…)

Afgelopen Hemelvaartsdag stierf kunstschilder en zanger Gerrit Breteler. Het eerste optreden dat ik van hem meemaakte was in ons dorpshuis zo’n tien jaar geleden. Naast de vleugel, gewoon in de zaal, geen groot verhaal vooraf of erna. Hij zóng vooral.

Zijn markante verschijning, zijn volle doorleefde stem en zijn liedteksten die rechttoe rechtaan binnenkwamen, pakten me meteen. Schoonheid zonder mooipraterij, geen gladde ronde woorden, eerlijkheid die grensde aan rauwheid, diepte gemengd met weemoed.

Lûd balte de dwazen, want har wierheid makket frij. Mar wat al te maklik wûn is, is like gau wer wei. (…) In libben sûnder wiisheid is in libben sûnder ljocht. In libben sûnder leafde is in libben om e nocht.

Bij Gerrit Breteler wist je waar je aan toe was. Hij stak niet onder stoelen of banken dat hij weinig wijsheid in de wereld bespeurde. Het greep hem aan hoe verantwoordelijke leiders omgaan met mensen en met de natuur. In woord en lied ging hij daartegen in.

Hij had geen hoge pet op van de mensen en van de samenleving. Wat hem bemoedigde en troostte was de liefde. Familie, vrienden, vrouw en kinderen in het bijzonder, waren de vaste grond onder zijn voeten, dat voelde je aan alles.

Hij was een mens die met beide voeten op de grond stond. Op de klei, beter gezegd. Het Friese land tegen de waddenkust was zijn thuis. Met de ruige schoonheid, weidse vergezichten en soms barre weersomstandigheden die daarin zijn.

In het In Memoriam onlangs in deze krant trof mij de kwetsbaarheid én de kracht van Gerrits afgelopen jaren. Zijn gezondheid liet sinds 25 jaar te wensen over. Maar hij bleef gaande en staande, liep zijn pad ten einde uit.

Zijn laatste optreden, op dodenherdenking, typeerde hem. Zo’n twee weken van te voren was hij met zijn gezicht voorover gevallen op het aanrecht, en in het ziekenhuis beland. Na het optreden verwonderde hij zich erover dat er gesproken werd over zijn gehavende gezicht, en niet alleen over zijn optreden.

Gerrit Breteler kwam uit een gereformeerd nest. Of hij nog iets had met geloof weet ik niet. Wel dat Bijbelse liederen hem inspireerden. In zijn teksten duiken geregeld gedichten uit de Bijbel op. Het lied aan het begin van deze column is één van de mooiste hertalingen van Predikers lied over de tijden.

Boven Gerrits rouwadvertentie staat Paulus’ lied over de liefde:

Al wie it my jûn om te profetearjen en koe ik alle geheimen en alle wittenskip en al hie ik alle leauwe om bergen te fersetten – as ik de leafde net hie, wie ik neat. (1 Korintiërs 13:2)

Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 1 juli 2023. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).