In Geen categorie

Modder

Anderhalve week geleden deed ik met zestig dominees mee aan de preektocht van collega Karel Bogerd. Hij leerde ons in de mooie dorpskerken van Deinum, Boksum en Blessum een oude methode van Bijbellezen: Lectio Divina.

Vroege christenen lazen de Bijbel niet alleen met hun hoofd, maar ook met hun hart en hun ziel. Dan pak jij niet zelf zo’n tekst, maar dan pakken die woorden jou. Karel las met ons Jeremia 38, een indringend verhaal over een profeet die in een put wordt gegooid.

Ik bleef hangen bij het gedeelte Zij brachten Jeremia naar een regenwaterput en lieten hem met touwen daarin zakken. In de put stond geen water meer; er was alleen modder, waarin Jeremia wegzakte. Heftig. Voor ik er erg in had, zat ik naast Jeremia in die put. Zo ongeveer:

,,Lieve gemeente, geen water spoelt Jeremia de voeten nu hij wegzinkt in de put. Nee, hij zakt in de modder. Was het maar water. Met water weet ik wel raad. Ik kan zwemmen, ik kan zeilen, het water vrees ik niet.

De modder vrees ik. Sinds ik begonnen ben als dominee hier in Friesland – 28 jaren jong – heb ik mijn best gedaan weg te blijven uit de modder. Met kinderdiensten, gezinsdiensten, jeugddiensten, jongerengespreksgroepen, belijdeniskringen. Met wat niet al.

Maar ik ontkwam niet aan de modder van de secularisatie, de kerkverlating, de ontkerkelijking, of hoe ze de afbraak van wat mij lief is ook noemen. Ruim veertig jaar ben ik nu kerkwerker: jongerenpastor, dorpsdominee, stadspredikant, synodevoorzitter, classisdominee.

En bijna ieder jaar komt het Sociaal en Cultureel Planbureau op mijn deur kloppen om mij te vertellen dat het aantal mensen dat is overgegaan van de kerk van onze moeders en vaders naar het individualisme van onze dagen, weer groter is geworden. ,,En dominee, wat vindt u daar van?”, vraagt de journalist mij dan steeds weer.

Ik vind helemaal niks. Mijn hart huilt. Ik beleef in mijn kerk zoveel troost, zoveel bemoediging, zoveel geloof, zoveel hoop, zoveel liefde, zoveel genade. En zoveel van dat goede lijkt weg te zakken in deze modder.”

Gaandeweg mijn preek, merkte ik, bracht het verhaal van Jeremia bij mij het verdriet over de krimp van de kerk naar boven. Soms moet je ook rouwen. Het verdriet verdragen. Minder worstelen, meer verduren. Het eigene van modder is, dat hoe driftiger je worstelt, hoe wilder je ‘wrot’, hoe dieper je erin wegzinkt.

Lectio Divina, leerde Karel ons, loopt uit op een gebed:  Zo sloot ik af: ,,Leer mij wachten, Heer. Leer mij uithouden en verdragen. En doe mij opzien, God, doe mij wachten op uw touwen. Geef mij, en allen die met mij de modder verduren die aan onze voeten trekt, moed en krachten.

En, Heer, hijs ons op uit de put. Geef ons het vertrouwen van Paus Johannes XXIII: Lieve Heer, het is Uw kerk, deze jongen gaat nu rusten.

Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 1 april 2023. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).