Koudum bestaat al meer dan 1150 jaar. De oudst bekende vermelding, onder de naam Coluuidum (Colwidum?), is die uit het jaar 855. Gevonden in de lijst van bezittingen van het klooster Werden in Duitsland. De betekenis van de naam is niet helemaal duidelijk. Zeker is dat er bos was toen deze naam bedacht werd want daarop duidt ‘Widum’, het tweede deel van de naam. ‘Col’ werd wel in verband gebracht met hoogte en Koudum zou dan ‘dorp op een hoogte’ betekenen.
Tot en met de 20e eeuw was dat de gebruikelijke uitleg van de plaatsnaam Koudum. In het begin van de 21e eeuw bracht nader onderzoek aan het licht dat het waarschijnlijker is dat het eerste deel van de naam, ‘colu’, verband houdt met het Oudfriese ‘kole’ dat branden of gloeien betekent. Waarschijnlijk was Koudum oorspronkelijk een turfdorp en de dorpsnaam zou daarmee turfwoud of veenwoud betekenen.
Het dorp ligt op een een stuwal uit de ijstijd en is omringd door water, vroeger nog veel meer dan tegenwoordig. Diverse meertjes rondom Koudum werden in de 19e eeuw ingepolderd. MInstens 500 jaar lang was Koudum de hoofdplaats van de grietenij, later gemeente, met de lange naam Hemelumer Oldeferd en Noordwolde. Het laatste deel van de naam is in 1952 losgelaten. Bij de gemeentelijke herindeling van 1984 is de gemeente, die meestal kortweg H.O. genoemd werd, opgegaan in een nieuwe gemeente genaamd Nijefurd.
Land- en tuinbouw is altijd een belangrijk middel van bestaan geweest. In de 17e en 18e eeuw was een groot deel van de Koudumer bevolking, betrokken bij de internationale koopvaardij. De welvaart die dit met zich mee bracht is af te lezen aan het fraaie interieur van de Kerk die op het hoogste punt van het dorp staat.
Aan de beschutte zuid- en oostkant van het dorp is de grondsoort zand, waarop zich in de loop der eeuwen een vruchtbare humuslaag heeft gevormd. Door de beschutte ligging en het “zwarte zand” leent dit deel van de Koudumer bult zich uitermate goed voor de tuinbouw, vanaf de tweede helft van de 19e eeuw kwam de tuinbouw goed tot ontwikkeling. In de gloriejaren had Koudum een eigen veilinggebouw en werden de sperziebonen, bloemkool en andere groenten tot ver in Nederland aan de man gebracht. Hieraan dankt de Koudumer bevolking ook haar schimpnaam: Koudumer Beantsjes.
Het dorp heeft ± 2750 inwoners en is tegenwoordig bekend vanwege de vele recreatiemogelijkheden op en rond het water. Koudum ligt centraal in de Friese Zuidwesthoek tussen de Fluessen en de Morra en nabij de IJsselmeerkust en de Gaasterlandse bossen.
Koudum vervult een centrale functie in de regio door voorzieningen op gebied van onderwijs, dienstverlening, detailhandel, sport en recreatie.
Omschrijving Wapen en Vlag van het dorp Koudum, gemeente Sudwest Fryslan
Wapen:
In Rood, twee gouden dwarsbalken; een blauw kanton (vierkant), beladen met een gouden zespuntige ster.
Vlag:
Een broeking van blauw, met een lengte gelijk aan 3/5 van de vlaghoogte en een vlucht in vijf evenhoge banen rood-geel-enz, met dienverstande, dat de onderste gele baan over de blauwe broeking doorloopt tot aan de broekzijde in de broektop een gele zespuntige ster van 1/2 vlaghoogte.
Toelichting:
Het wapen was reeds langer bekend (zie encyclopedie van Friesland 1958/1972), doch nooit officieel geregistreerd. Daar het om een eenvoudig maar puur heraldisch! wapen ging, kwam deze uitvoering vaker voor. Om het wapen sprekender en unieker te maken, heeft de Fryske Rie foar Heraldyk in overleg met vereniging Dorpsbelangen Koudum besloten het wapen te vermeerderen met een blauw kanton met een gouden zespuntige ster.
Deze zespuntige ster (leid ster) wordt in de (Friese) heraldiek vaak gebruikt om een bestuursfunctie aan te geven. Daar Koudum lange tijd het bestuurscentrum van de voormalige gemeente Hemelumer Olderferd is geweest, is deze ster in het wapen en de vlag opgenomen.
De vlag is gebaseerd op het dorpswapen, de blauwe broeking verbeeldt de Fluessen, de onderste doorlopende gele baan staat voor de Galamadammen lopende door de Fluessen. De ster heeft dezelfde functie als in het wapen.
De vlag is een ontwerp van drs. van Heijningen van de Nederlandse vereniging voor Vlaggenkunde (NVvV) in samenwerking met de Fryske Rie foar Heraldyk.
De officiële registratie van wapen en vlag heeft plaatsgevonden in het Genealogysk Jierboek 1993 van de Fryske Akademie.
It Koudumer Doarpsliet
(wize: “It Heitelân” fan J. Lindeman)
Tusken mar en poel bisletten
yn it âlde Fryske lân,
dêrre leit it lytse doarpke
dat ús bynt mei fêste bân.
Dêr ‘t de hege toer syn wêzen
blike lit sa fier yn ‘t roun,
dêrre leit it plakje Koudum )
ús sa leave bertegroun ! )twaris
Hwat ús bynt oan ‘t âlde doarpke?
Is yn ‘t earst it âldershûs,
Heit en Mem en d’ âlde wente,
Leed – ek wille by de rûs.
Dan, ús feint’ en fammejierren
forjitte kinne wy se nea
om dat alles, Koudum, bist’ ús )
‘t leafste doarpke fan it gea ! )twaris
Smûke plakjes: d’âlde Singel,
Binnendyk en Dam’sewei,
dêr ‘t jongfolk him formakke,
Koudum, wier, do bliuwst’ ús nei.
Dan dy moaije fiere sichten op
Hylpen, Wâld’ en Ymedaam,
Fan ‘e Dammen oer de Marren )
Koudum, doarp, wy leavje dij ! )twaris
De Jouwer 1970 Sietse Gerts
Oanbean troch forien. Doarpsbilangen
Muzikaal fertaald troch u.o. ‘de Goldstars’ en yn 1981 útbrocht op in sammel LP “Frisiana Festival”. Yn 1999 útbrocht op in sammel CD “Frisiana Festival”.
Ynformaasje Romke Kroondijk, Doerebout 12, 8723 HD Koudum.