In Geen categorie

Alweer een boek van een Koudumer en zowaar van een man. Eerder dit jaar publiceerde Henriëtte Hemmink een nieuwe roman en Elisabeth de Koning een spiritueel boek, en in de zomer komt er een boek met Friese verhalen van Ytsje Hettinga. Tussen al dat vrouwelijk schrijversgeweld in Koudum staat Luitzen de Vries zijn mannetje, want hij publiceerde onlangs een hardloopboek, De grote onbekende. Nou ja hardloopboek, het boek gaat inderdaad over hardlopen, maar ook over veel meer.

Schrijven deed hij wel vaker. Al op tienjarige leeftijd schreef Luitzen stukjes voor het clubblad van voetbalclub Oeverzwaluwen. Ook hardlopen zat er al vroeg in. Als voetballer gebruikte hij hardlopen als alternatief in de winter- en zomerstop. Hij begon ermee op vijftienjarige leeftijd en loopt dus al zo’n 37 jaar hard. Op de vraag wat hardlopen voor hem betekent, zegt hij; “Even weg zijn van alles, eigenlijk is het elke keer een mini-vakantie. Wat mij betreft is het de ideale combinatie met mijn kantoorbaan, ik zit de hele dag achter een bureau. Het is heerlijk om daarna nog wat lichamelijke arbeid te doen in de buitenlucht.”

Luitzen de Vries loopt vijf keer per week ongeveer een uur, alleen zondags gaat hij wat langer weg. In totaal loopt hij wekelijks gemiddeld zo’n 60 kilometer. Van zijn omgeving krijgt hij vooral positieve reacties, soms vinden mensen het zelfs knap wat hij doet. Zelf zegt hij daarover: “Dat valt wel mee, het is gewoon een kwestie van doorzetten. Wij hebben een sportief gezin en stimuleren elkaar.”

Hoewel hij aanvankelijk dacht dat het schrijven van een boek niet voor hem weggelegd was, begon hij er toch mee. Hij deed ongeveer twee jaar over het schrijven van De grote onbekende. Het boek moest gaan over aangelegenheden die hem bezig houden, zoals hardlopen, muziek, depressie en autisme, maar ook hoe mooi het buiten vaak is. “Ik was aan de beterende hand na een depressie en vond het tijd om voor mezelf wat zaken op een rij te zetten. Met schrijven lukt dat vaak het best. Toen het klaar was vond mijn omgeving dat ik het eigenlijk uit moest geven.”

Het boek telt zeventien hoofdstukken, met titels als ‘Poelspaad (6,2 km)’, ‘Workum – Hindeloopen – Molkwerum (22,3 km)’ of ‘Alde Karre – Flinkeboskje – Poelspaad (11,3km)’. Alleen al uit die hoofdstuktitels blijkt wel dat deze Koudumer hardloper graag in zijn eigen omgeving loopt en daar dus over schrijft. Toch komen in de laatste hoofdstukken ook prestatielopen elders in Nederland ter sprake, in Westkapelle, Den Haag en op Texel. Aan elke kilometer van zijn looproute besteedt hij een bladzij.

Hardloopboeken zijn vaak biografieën of handboeken voor training. Het boek van De Vries is anders: “Mijn verhalen gaan over wat ik buiten zie en binnen beleef, maar er zitten ook autobiografische stukken in.” Niet voor niets staat in de beschrijving van het boek dan ook: “Getuigenissen over hardlopen, depressie en een vleugje autisme. Met kolderieke ontmoetingen en absurde gedachten op een bedje van muziek. Ik schrijf dus ik leef!”

Over die beschrijving zegt hij: “Muziek is belangrijk voor mij. In het boek kom je delen van toepasselijke liedteksten tegen, liefhebbers kunnen alle nummers op YouTube zien. Het is muziek waar ik graag naar luister en veel aan heb. Omdat deze muziek veelal ook een ‘grote onbekende’ gun ik iedereen er van te kunnen genieten.” Dat is niet de enige verklaring voor de titel van het boek, De grote onbekende. De grote onbekende is ook iemand die nooit opvalt, maar opgaat in de menigte, niemand kent hem eigenlijk. Toen hij zich bij een hardloopwedstrijd voor één keer aan de grijze massa kon onttrekken werd hij in de krant ‘de grote onbekende’ genoemd.

De grote onbekende is te koop via de (plaatselijke) boekwinkel en is ook online te bestellen. Tot slot een klein fragment uit het verhaal ‘Warns – Laaksum – Mirns – Flinkeboskje (23,8km)’. Een iets langer fragment is via deze webpagina te lezen.

Na een recht stuk van ongeveer een kilometer maakt de weg een slinger naar rechts. Ik ga voor een boerderij langs en vervolg mijn weg over twee houten bruggetjes. Niet uitglijden! Ze zijn soms glad. Verderop stopt de betonweg. Rechtsaf volg ik een geasfalteerde B-weg. Een dikke Duitse auto drukt mij zowat de berm in. Ik verwens hem maar laat mijn humeur er niet door verpesten. Bij de brug heeft iemand zijn auto aan de kant gezet en zit te vissen. We groeten elkaar. Over de brug ga ik niet over het fietspad, dat is onnodig oversteken. Nu is het nog rustig met verkeer dus kan ik met een gerust hart op de weg blijven lopen. Een centrum heeft het plaatsje W. niet echt, maar de plek waar ik nu loop zou in de buurt kunnen komen. Ook omdat het dorpscafé hier is en de woningen wat dichter op elkaar staan. Geen koffie nu voor mij echter, daar is thuis wel weer gelegenheid voor als ik terug ben. Koffie thuis is geen probleem. Maar buiten de deur en in de stad iets bestellen is van een andere orde. Op de vraag “Wat had u gehad willen hebben?”. Antwoord ik altijd: “koffie met een klein beetje melk alstublieft”. Dan begint het, een vriendelijk ogende jonge dame somt het assortiment even op: cappuccino, espresso, latte macchiato, koffie verkeerd, lungo, café mocca, Wiener melange en ga zo maar door.