Verboden voor vrachtwagens
Afgelopen dinsdag gooit een miezerige regen roet in mijn eten. Dapper had ik mij voorgenomen mijn goten schoon te maken. De bomen rondom hebben inmiddels al hun bladeren verloren en de goten liggen vol met blad.
Maar een koude motregen maakt dit tot een onprettig karwei. De goten staan tot de rand vol met water en alle bladeren verstoppen de afvoer. Ik moet er niet aan denken nu in die natte bende te graaien.
Mijn geweten speelt op. Lege goten voorkomen lekkerij en rottend houtwerk. En het verfwerk moet ook schoon. Van de schilder geleerd: “Twee keer per jaar schoonmaken, Wim. Vuiligheid trekt water aan, en zo gaat het schilderwerk naar de Filistijnen.”
Dus toch maar de ladder op. Zeiljack en oliebroek aan, waterdichte pet en handschoenen. ‘Slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding.’ Twee emmers mee, één voor de bladeren en de ander gevuld met sop voor het houtwerk. Het blijkt een fluitje van een cent.
De zon is inmiddels gaan schijnen, mijn humeur is ook opgefleurd, en ik ben wat overmoedig geworden. Wanneer ik met mijn emmertje sop van de trap afkom en de straat in kijk, zie ik dat verkeersbord. ‘Verboden voor vrachtwagens’, meen ik. Nauwelijks te zien vanwege dikke groene aanslag.
Daar erger ik mij nu al maanden aan. ‘Kan de gemeente de dingen aan de openbare weg niet gewoon bijhouden?’ Maar dan denk ik: “Hoezo ‘de gemeente’? Ik sta hier met een trap en een emmer met sop. Ik ben zelf toch ook een beetje de gemeente?”
Vijf minuten later staat het bord weer te glanzen in het licht. En voel ik me voor even een modelburger. Daar doet het compliment van de buurvrouw ertegenover en drie opgestoken duimen in passerende auto’s nog een schepje bovenop.
Zeg ik dit nu om op te scheppen? Ja, wel een beetje. Maar ook om ons aan te sporen onze eigen kleine bijdrage aan de samenleving te leveren. Een nieuw jaar staat voor de deur, en we maken ons zorgen over de grote dingen die niet goed gaan, en over alles wat mis kan lopen.
Op het overgrote deel hebben wij geen invloed. Wij mogen één keer in de zoveel tijd stemmen, en verder moeten we het overlaten aan wie de meerderheid gekozen heeft. En wat er komend jaar verderop in de wereld gebeurt, ligt helemaal buiten ons bereik.
Maar in onze eigen omgeving kunnen we iets doen:
- Een helpende hand voor een ouder wordende buur.
- Vrijwilligerswerk bij een van de organisaties in onze omgeving die goed werk doen.
- In de supermarkt even een hand op de schouder van een dorpsgenoot die het nu moeilijk heeft.
- Een bezoekje aan iemand die eenzaam is.
Ach, bedenk zelf maar, er is zo veel wat wij wel kunnen doen.
Ik wens u een gezegend 2025. Dat wij, op onze plek, tot zegen zullen zijn.
Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 28 december 2024. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).