Midden in de winternacht
Het vriendelijke ‘Midden in de winternacht’ is mijn favoriete kerstlied. Waarom eigenlijk, vraag ik mij af. Want er klopt weinig van dit lied. Jezus werd waarschijnlijk niet in een winternacht geboren, maar in de zomer. De schapen stonden in de winternachten op stal, ‘s zomers waren zij ’s nachts in het veld.
Ook verder is het niet realistisch:
Ondanks winter sneeuw en ijs,
bloeien alle bomen,
want het aardse paradijs
is vannacht gekomen.
Zeker, de kerstnacht was een bijzondere nacht. Een engel die een blijde boodschap aan herders brengt, een engelenkoor dat van vrede op aarde zingt, en herders die een kind in een kribbe vinden. Maar bloeiende bomen tussen sneeuw en ijs, dat gaat wel erg ver.
Nog hoger gestemd wordt het:
Vrede was er overal,
wilde dieren kwamen
Bij de schapen in de stal,
en zij speelden samen.
Wij kennen inmiddels de verhalen over wolven. Die gaan niet zachtzinnig met schapen om. Wij horen ook van mensen die in oorlogen beestachtige dingen doen, of ervaren. ‘Homen homini lupus est – De ene mens is de andere mens een wolf.’
Kortom: ‘Midden in de winternacht’ is een mooi en warm kerstlied, maar lijkt buiten de werkelijkheid te staan. En dat is precies zoals het lied bedoeld is. Het zingt over leven op aarde zoals de lieve Heer dat bij de schepping droomde.
Gelovigen noemen dat ‘profetie’. De Bijbel staat vol profetieën. De mooiste zijn van de profeten Jesaja en Micha die dromen over een vrederijk. Beiden zingen zij vrijwel hetzelfde ontroerende lied, dat vaak met Kerstmis in de kerk wordt voorgelezen.
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam,
een panter vlijt zich bij een bokje neer;
kalf en leeuw zullen samen weiden
en een kleine jongen zal ze hoeden.
Een koe en een berin grazen samen,
hun jongen liggen bijeen;
een leeuw eet stro, net als een rund.
Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.
Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil
op heel mijn heilige berg.
Dit gedicht is geen gemakkelijk, vroom versje. Profeten zongen het in een tijd van oorlog en geweld. Steden waren bezet, plunderende legers trokken moordend rond. Daartegenin zingen zij: Heb moed, lieve mensen, hou vol! Luister naar ons lied, zing het mee. Je kunt altijd ‘nee’ zingen.
‘Midden in de winternacht’ gaat over het oude profetische vrederijk. En het werd uitgebracht in 1948, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Door mensen die de oorlog nog in hun hoofd en in hun lijf hadden. En nu weer vrede beleefden.
Ik denk dat zij Kerstmis ‘48 dit lied met overgave gezongen hebben. Het lied gaf hun nieuw vertrouwen: Je kunt wat terugdoen. Dromen, hopen, nee zeggen, geloven, opstaan, liefhebben, zingen: Midden in de winternacht, ging de hemel open. Dit is wat Kerstmis is.
Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 21 december 2024. (Foto Wim Beekman: Niels Westra, Leeuwarder Courant).